Een mens, prachtig.
Een mens, ongedierte.
Dat dacht ik op een avond, in de auto, terwijl ik in de Ferrerlaan in Gent reed, dichtbij het Van Beverenplein.
Die dag – of de dag ervoor – had ik een rijke ervaring gehad van een mens. Ik ervaarde iets prachtig in en van die mens. En dan, in mijn auto, had ik de ongedierte-gedachte en ik vond het grappig of spannend dat ik 2 zo erg ver van elkaar liggende menservaringen had.
Ongedierte want we planten ons maar voort, we verwoesten blind onze biotoop, we zijn bijlange geen slimme soort, met de regelmaat van de klok doen we afschuwelijke dingen en ik heb geen hoop dat het nog goed komt met ons.
Prachtig, dat ook. Op mijn 55 ben ik misschien nog meer voor ontroering vatbaar geworden. Ontroering door schoonheid, door een gebaar, door vriendelijkheid, door een gulp wijsheid die zich manifesteert.
Als ik in een van de boeken van Pema Chödrön iets lees als
Hierdoor ontwikkelen we het vertrouwen dat we over de kracht, ruimhartigheid en goedheid beschikken die nodig zijn om waardig en vriendelijk op onze dierbare en kostbare aarde te kunnen leven, ondanks alle landmijnen waar we kunnen op gaan staan.
dan wijs ik dat niet af als kleffe blabla, en heimelijk beoefen ik praktijken die zij beschrijft
Ik heb geen hoop.
Blijkbaar heb ik hoop.
Nietes.
…
Johan Van de Putte