Weten en toch niet, kunnen en toch niet, iets zijn en toch niet
Ik weet niet hoe we er op uitkwamen in het gesprek, het heeft me verrast, hij zei iets en ik herkende het of ik dacht het te herkennen:
dat je kennis en ervaring en vaardigheden hebt – je kan gitaar spelen of je bent psycholoog – en tegelijkertijd kan je er niet bij en het voelt jou vreemd aan…
… terwijl je dadelijk gaat musiceren met anderen. Of een gesprek aangaat met iemand die worstelt met het leven.
Een voorbeeld: binnenkort geef ik een workshop over narratieve therapie, ik heb dat al veel gedaan, met mooie feedback achteraf. Desalniettemin heb ik nu 0,0 voeling met wat tijdens zo’n workshop speelt aan knowhow, aan vaardigheden, aan manieren van omgaan met deelnemers, aan begeestering.
0,0.
Ander voorbeeld: ik ga een half uurtje mediteren. (Je moet weten: ik ben 30 jaar geleden begonnen met mediteren, en ik geef er bijna 20 jaar les in.) Toch: nú weet ik niet wat mediteren is, ik heb geen voeling met wat er dan gebeurt en met wat ik dan doe.
Bijgevolg vraag ik me af: hoe moet dat, dat mediteren? Les geven? Hoe doet een mens dat? Ga ik dat kunnen?
Het antwoord: ik weet het niet, ik hoop het.
(Heeft zoiets een naam?)
Zen mind, beginners’ mind
Aan dat niet-weten kleeft iets kwetsbaar. Het leven zou robuuster aanvoelen als je een bewustzijn van je weten en kunnen met je mee zou kunnen dragen. Je identiteit zou steviger aanvoelen.
Toen mijn gesprekspartner begon over zijn eigen vormen van fragiel-weten – dat is de naam! – drukte hij uit dat hij dit ervaarde als iets on-oké, dat het iets negatief zei over hem. Dat riep overweldigend een impuls bij me op om hier tegenin te gaan, om hem te bevestigen in zijn waarde. Niet uit medelijden of om snel-snel het ego-bloeden te stelpen. Nee, het idee floepte er bij me uit – met de pretentie van een diep overdachte gedachtegang – dat zijn fragiel-weten net goed past bij de diepgang die hem eigen is. Dat anderen daar jaren voor moeten mediteren, om tot die fragiele positie te komen. Om dat aan te durven.
Dat het een voorbeeld was van ‘zen mind, beginners’ mind’ en ‘In the beginner’s mind there are many possibilities, but in the expert’s there are few.’ (Dat komt uit een boek van een Japanse zenmeester)
Dat hij de werkelijkheid benadert met een beginners’ mind ipv een ‘ik ben A en ik kan B en ik weet C’ mind.
Dat ik zijn benadering van het leven open en onderzoekend vind, en dat die al kostbare dingen in zijn leven gebracht heeft (en dat van de mensen rondom hem).
Ik waardeer het als mensen een open, verkennende positie innemen ondanks alle kennis, ervaring en vaardigheden die ze verworven hebben.
Bv psycholoog zijn en dat proberen uitoefenen vanuit de vraag ‘maar wat betekent dat eigenlijk?’ en ‘wat betekent dat in deze situatie?’ en ‘kan ik met heel dat psychologengedoe hier wel iets betekenen?’
(Voorlopige conclusie: een fragiel besef van je vaardigheden/kennis kan samenhangen met een open ingesteldheid tov de wereld én dat is een kostbare positie)
De sterren
In de eerste jaren van mijn psycholoog-zijn droeg ik een robuuster soort overtuiging met me mee over wat ik zoal te bieden had als psycholoog. Mijn besef van de fragiliteit van wat ik te bieden heb is toegenomen in de loop der jaren.
Die evolutie van robuustheid naar fragiliteit is is het gevolg van confrontaties met de grote rol die context speelt.
Denk aan een therapeutisch gesprek en ‘het komt niet’. [Het = de juiste vraag, de heldere formulering, de goeie tip, …] Het komt niet omdat de context [= tijdstip / lichaam / emoties / plek / energie / ervaringen van eerder die dag / verwachtingen / en nog vele-vele andere factoren] het niet faciliteert.
Context – intern en extern – speelt (een grote rol).
(Eigenlijk ervaar ik die zogezegde vaardigheden en kennis ook als externe context, extern aan mijn actuele ervaring)
Als je X keer ervaren hebt hoe context stokken in de wielen van jouw potentieel steekt, krijg je een minder robuuste ervaring van die kennis en vaardigheden en van jezelf.
En als alles fantastisch liep? Dan was de workshop of de meditatie of het contact of het gitaar spelen heerlijk en jij was in goede vorm maar je weet ook dat de sterren gunstig stonden.
(Zó primitief was dat dus nog niet als mensen vroeger een kip of een geit offerden om de goden gunstig te stemmen. Zíj begrepen tenminste de rol van context.)
Aarzelend vertrouwen
Nog iets: als je met anderen te maken hebt, andere mensen, andere levens, dan weet je niet.
Je weet niet wie die ander is (zelfs al denk je dat je hem kent).
Je weet niet wat ze gaan doen.
Hoe ze gaat zijn.
Als je je wil betrekken op die anderen – bv om samen met hen muziek te maken (waar je vaardigheden in hebt, ergens) of om een goed gesprek te hebben (waar je vaardigheden in hebt, ergens) of om te dansen – dan ga je moeten aansluiten en je afstemmen, en het is de vraag of en hoe dat aansluiten en afstemmen gaat verlopen en hoe vaardigheden getriggerd gaan worden. Wat gaat dat geven?
Dat is onzeker terrein.
Met de mond vol tanden staan tegenover dat waar je niet op voorbereid was: dat maakt je vertrouwen op die vaardigheden en kennis van jou aarzelender, voorzichtiger.
(Ego)
(Ik moet denken aan een interview – jaren geleden – met een Nederlandse boeddhistische vrouw die een prijs gewonnen had voor bepaalde verdiensten. Ik herinner het me waarschijnlijk verkeerd maar ik dénk dat de interviewer haar vroeg of ze daar blij mee was. Ja, daar was ze blij mee. Hoe zat het dan met ego, is dat niet iets dat dan opspeelt als je zo’n prijs in ontvangst neemt? Mag je daar wel blij mee zijn als boeddhist? Moet je niet onthecht zijn? Dat vond ze niet. Ze was blij én/maar tegelijkertijd besefte ze hoe belangrijk rol van anderen geweest was in haar levensweg. Ze vertelde bv over de bijdrage van een oud-leerkracht in haar leven. Ze vergeleek de prijs met een ingelijst certificaat: aan welke nagel ga je die lijst hangen? Aan de ‘ik-nagel’? Hoe kan je dat doen als je beseft hoeveel factoren (oa mensen) een rol gespeeld hebben in al datgene dat tot het eerbetoon geleid heeft? Wie of wat is dan die ‘ik’ waar je de lijst aan gaat ophangen?
Ja, ze was héél blij en dankbaar met de prijs. Maar ze vond geen ik-nagel om die stevig aan op te hangen.
Ze maakte nog een vergelijking met zeepbellen: je blaast zeepbellen, ze zijn prachtig, het is heerlijk om te doen én je maakt je geen illusie over de robuustheid ervan.))
(Mijn kennis, mijn vaardigheden, ik?)
De prijs
Beginners’ mind.
Voor die open benadering (van meditatie, van je werk als psycholoog, van muziek, van anderen, van jezelf, van wat dan ook) betaal je een prijs: weg is het robuuste gevoel van je kunnen en je weten en zelfs weg is een robuuste ervaring van jezelf, van je identiteit.
In de plaats ervan: soms iets moois, soms niet.
Soms iets pijnlijk kwetsbaar, soms iets dankbaar.
Gevoelens die ook samenhangen met niet-meer-zo-stevig-weten: onzekerheid, angst en op de koop toe een slecht gevoel over wie je misschien maar bent.
Niet fijn.
Tips (voor mezelf)
“There is a teaching that says that behind all hardening and tightening and rigidity of the heart, there’s always fear. But if you touch fear, behind fear there is a soft spot. And if you touch that soft spot, you find the vast blue sky. You find that which is ineffable, ungraspable, and unbiased, that which can support and awaken us at any time.”
Pema Chödrön (boeddhistische non)
Mooi. Sfeervol. Romantisch.
Maar onzekerheid en angst voelen niet mooi en sfeervol aan. Eerder als sterven (denk ik).
Het leven – ook als je openheid waardeert – is ook een praktische aangelegenheid en dus stel ik de vraag:
Hoe ga je om met de onzekerheid die je bekruipt wanneer je weinig voeling hebt met je kennis en vaardigheden, of wanneer je vooral voeling hebt met het ongewisse van de situatie waar je je gaat in begeven?
Dit zijn enkele van de dingen die ik doe, ik schrijf ze op alsof ik mezelf tips geef:
- Accepteer de onzekerheid die je voelt: ze is terecht.
- Spreek uit wat je hoopt of verlangt: bv ‘ik zou graag enkele mensen bereiken met het idee dat ik koester dat …’ of ‘ik hoop dat ik iets kan betekenen voor hem’ of ‘ik ga proberen om enkele momenten aanwezig te zijn, dat zou mooi zijn’.
- Schrijf met een dagboekachtige eerlijkheid je ervaring neer (inbegrepen de onzekerheden die je ervaart, inbegrepen wat je vreest of waar je je over schaamt).
- Beweeg.
- Blijf zoeken wat een goed proces is om hiermee om te gaan.
Conclusies
Herken je dit?
Gevoelens van onzekerheid die zich niet laten verjagen met de jaren en die overleven naast al je ervaring en competenties.
Die recht van bestaan hebben.
Die een andere kant zijn van een open en kwetsbare positie die je inneemt tegenover de ander en het andere.
Een soft spot.
Die werkbaar kan zijn.
Als je dit herkent, hoe ga jij ermee om?
Vriendelijke groeten,
Johan Van de Putte